Een booreiland, maar dan groen. Op het eerste gezicht is niet te zien waarom
dit bijzonder zou kunnen zijn. Op zee is er zoveel groen. De boeien aan de
zijkant van de vaargeul of de stuurboordlampjes van boten zijn bijvoorbeeld
ook groen. Maar dat booreiland L15, in de Noordzee boven Terschelling groen
kleurt, is wel speciaal. Door de witte lampen te verwisselen voor groene,
hoopt de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) jaarlijks miljoenen vogels
te redden.

Zestig miljoen. Dit is het aantal vogels dat de komende maanden over de
Noordzee trekt. Op zoek naar warmere streken. Door hun ingebouwde kompas
vliegen deze vogels in zuidelijke richting.

Maar het kan misgaan. Toen de NAM onderzoek ging doen naar de gevolgen die het
affakkelen van gas had op vogels, vonden zij dat er tijdens de vogeltrek in
de herfst enorme groepen vogels rond de booreilanden zwermden. Niet zelden
leidde dit tot vogels die uitgeput op de booreilanden neerstortten.

Joop Marquenie, bioloog van de NAM, kreeg van zijn werkgever de opdracht de
invloed van licht op het trekgedrag van vogels te onderzoeken.

Marquenie ontdekte dat als vogels over zee vliegen en er een enorme
bron van licht opduikt, de vogels hun oriëntatie kwijtraken en ze rondjes
gaan vliegen tot ze weer weten waar ze zijn. Vooral bij bewolkt weer.
Gevolg? Uitgeputte en neerstortende vogels. Tien procent – dat zijn zo’n zes
miljoen vogels – bleek van het licht in de war te raken.

De beste en meest simpele oplossing zou zijn om het licht op booreilanden 's
nachts uit te doen. Maar dit bleek technisch onmogelijk omdat de meeste
booreilanden geen aan- of uitknop hebben. Schakelaars kunnen immers vonken,
wat tot gevaarlijke situaties leidt.

Daarom ging Marquenie experimenteren met verschillende kleuren licht.
Rood en wit licht bleek de vogels erg te verstoren, de kleuren groen en
blauw werkten beter. Het trekgedrag van vogels werd hierdoor nauwelijks
beïnvloed. Blauw licht gaf de beste resultaten voor de vogels, maar toch
besloot de NAM om verder te gaan met de kleur groen. Blauw licht tast
namelijk het menselijke vermogen om diepte te zien aan en op een booreiland
is dat niet zo praktisch.

In 2003 zocht de NAM daarom contact met Philips om groene lampen te
ontwikkelen voor boorplatform L15 in de Noordzee boven Terschelling. Philips
deed een groot aantal testen. Kunnen mensen bij groen licht nog van een
trapje rennen of de brandblusser vinden?

Na twee jaar onderzoek is er een lamp ontwikkeld die deze najaarstrek
getest wordt op L15. Op het booreiland zijn nu 380 groene lampen aanwezig.
Volgens Philips zijn de werknemers op het booreiland binnen drie dagen
gewend aan het groene licht en zien ze geen verschil met 'gewone' lampen.

Boven een verder geheel donkere Noordzee licht het booreiland helder groen op.
Vanuit de vertrekken van de tien man sterke bemanning straalt een geel
licht. Eten is in groen licht niet echt plezierig.

Of de lamp ook in productie wordt genomen en wat hij gaat kosten besluit
Philips komend voorjaar. Over de prijs wil het elektronicaconcern nog geen
uitspraken doen. Wel weten ze dat de lampen duurder worden dan de standaard
lampen. Energiezuiniger wordt de lamp ook niet.

De meeste kansen voor de lamp ziet Philips in de Noordzee. Kay
Rauwerdink, die zich bij Philips gaat bezighouden met de commerciële
exploitatie, denkt dat de rest van de wereld nog niet klaar is voor de lamp: "In
de Verenigde Staten, Azië en Rusland zijn ze veel minder met het milieu
bezig. Daar spelen dit soort issues niet. Noorwegen, Duitsland, Engeland,
van die landen verwachten we dat ze over zullen stappen op de groene lamp.
In de Noordzee liggen achthonderd booreilanden. Dat is genoeg om het
interessant te maken."

Daarom vindt de lobby om de lampen ook op andere platforms te installeren,
vooral in deze landen plaats. Marquenie heeft contact met collega's bij
andere maatschappijen en met de milieubewegingen. "Als meerdere
maatschappijen de lamp willen, wordt deze goedkoper. Dan wordt het voor de
NAM ook aantrekkelijker om andere booreilanden met deze lampen uit te rusten."

Voor internationaal succes hoopt Philips dus op een grote
internationale milieulobby en interesse van grote, buitenlandse bedrijven: "Want
het wordt voor oliemaatschappijen moeilijk te verkopen dat ze wel om de
vogels in de Noordzee geven, maar niet om die in de Golf van Mexico. En
trekvogels heb je overal ter wereld, dus daar zitten ze met dezelfde
problemen."

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl